Natuurgeweld

De wind giert door het huis, door alle kieren en gaten. Een harde knal. Er rolt iets over het dak. Het is twee uur ’s nachts en er is een vreselijke storm opgestoken. Boven mij kleppert de afdekking van de schoorsteen; het is alsof er een Jamaicaan op zijn trommel uit zijn dak aan het gaan is. Het gaat een aantal uren zo door. Om half zeven ben ik het zat een doe ik de lichten aan die gelijk weer uit, en na een paar seconden weer aan gaan. Ik hoor glasgerinkel, de katten miauwen. De luiken klappen tegen de muren aan en het huis beweegt af en toe. Het is net het spookhuis op de kermis. Om half acht waag ik me eindelijk buiten, door mijn buurjongen gewaarschuwd voor de ravage. Overal hout en glas, bomen over de weg en zelfs de kruiwagen met blokken hout is omgewaaid. De duiventil is helemaal verwoest en er zijn dakpannen weggewaaid. Wat een verwoestende kracht heeft de natuur.

Een paar uur later is het rustig en schrijf ik in de zon in mijn T-shirt dit stukje. De wind is gaan liggen, de poezen spelen en de vogels fluiten…er is tijd voor herstel.

Ik hoop dat de natuur ook de kracht heeft om te herstellen van een aparte hobby van een stel aparte mensen hier. Ieder weekend, soms ook doordeweeks, hoor je ’s ochtends vroeg het geknal van jachtgeweren. Het wordt voorafgegaan door een vreemd getjilp en hoge fluitjes. Vervolgens zware kreten waarmee de mannen aangeven dat ze iets geschoten hebben.

In Italië mag overal worden gejaagd, behalve in de nationale parken en in de beschermde gebieden. Die beschermde gebieden zijn aangegeven met speciale bordjes en gelukkig zijn er best veel van die bordjes. Om de natuur de gelegenheid te geven te herstellen, verandert elke drie jaar het gebied waar de jagers hun hobby mogen uitvoeren (want hier is het puur vermaak, er is geen noodzaak). En dit jaar is dat het gebied rondom Ca’ de’ Gatti. De jagers moeten in ieder geval 100 meter van het huis vandaan blijven, maar de verzamelplaats is dichtbij en dus krijg ik ze vaak te zien. Het is een raar stel: helemaal in legerkleding, met van die rare snorren en een vreemde stoere blik in hun ogen. Ik ben er geen fan van. En het maffe is dat ze als de dood zijn voor Vulcan.

Maar voor Vulcan moet ik juist oppassen. In Nederland is er voor hem het gevaar van fietsers, auto’s en vergif. In Italië moet ik oppassen dat hij door de jagers niet voor een hert wordt aangezien (qua formaat en kleur lijkt hij veel op een hert en hij maakt af en toe van die rare hertensprongen, dus hij kan er best voor doorgaan). Dus loop ik ’s ochtends vroeg vaak luid babbelend door de olijfvelden en wijnranken en maak ik rare, niet-jacht-geluidjes (de buren denken waarschijnlijk dat ik gek ben geworden haha). Gelukkig is het jachtseizoen bijna afgelopen (eind januari) en kan de natuur zich weer gaan herstellen.
Saluti!

2 gedachtes over “Natuurgeweld

  1. Nou pas maar op dat jij zelf ook niet wordt geraakt door de hunters. Net als George zn paps in Greys ;-).Ik loop morgen trouwens even langs je postvakje op de VU.
    Kus San

  2. Hallo Fieke,
    Elke week lees ik, met veel plezier, jouw verslag van de week. Ze lezen als een spannend boek!
    Ik kijk uit naar het volgende bericht.
    Groetjes,
    Ria Klein

Plaats een reactie